Maandag
25 juni: Op maandagmiddag 25 juni vertrokken we vanaf een regenachtig Schiphol om na drie uur vliegen terecht te komen in een zonovergoten IJsland. Onderweg en op het vliegveld was er de eerste gelegenheid om kennis te maken met de groep en met reisleidster Edine van Djoser. Vanaf het vliegveld Keflavik vertrokken we met onze eigen bus op weg naar het eerste hoogtepunt: de Blue Lagoon (foto 2,3). De Blue Lagoon is een meer, aangelegd in een lavaveld, dat wordt gevuld met water uit diepe geothermische bronnen met een temperatuur van 70°C. Het water bevat een bepaald soort algen, veel zout, mineralen en kiezel, die het water en de bodem van het meer een melkblauwe kleur geven. Het water schijnt overigens goed voor de huid te zijn. In elk geval was het hier heerlijk baden en zwemmen. een vakantie kan niet beter beginnen dan met een bad in de Blue Lagoon bij prachtig weer. Het werk in Nederland is dan snel vergeten. Na een heerlijk bad vertrokken we door een prachtig landschap naar onze accommodatie. Onderweg stopten we onder andere bij het Krysuvikurkirkja. De overnachting was vlakbij de warmtekrachtcentrale van Nesjavellir. Met kamergenoot Fokke maakte ik een wandeling rond middernacht, terwijl de zon nog niet was ondergegaan, langs de dampende stroompjes die het land een mysterieus aanzien gaven (foto 5). |
||||
Dinsdagochtend
26 juni: Deze dag beloofde een stralende dag te worden met schitterend weer en dat werd het ook. Vanuit Nesjavellir passeerden we allereerst het grootste meer van IJsland: Thingvallavatn. Dit meer van 83.7 vierkante kilometer bevat onder andere veel forel. Omdat het nog voorjaar was in IJsland bloeide overal bloemen, zoals de lupinen. Deze lupinen zouden we tijdens de hele reis tegen komen en voor prachtige plaatjes zorgen, zo ook hier. Het Thingvallavatn meer maakt deel uit van nationaal park Thingvellir, dat ook op de Werelderfgoedlijst van UNESCO staat. Dit park ligt midden op de Midden-Atlantische rug, waar de continentale platen van Noord-Amerika en Europa aan elkaar grenzen en die verantwoordelijk is voor het vulkanisme in IJsland. Dit fascinerende feit is ook te zien aan het landschap. Hier zien we voor het eerst iets van de verschijnselen uit de fysische geologie die een bezoek aan IJsland zo interessant maken. Daar waar de platen uit elkaar drijven, ligt een verzakking, die een soort kloof vormt. Deze kloof wordt elk jaar 1 tot 2 cm groter. Het landschap zelf is ook in natuurlijk opzicht prachtig. Daarnaast is Thingvellir ook van historisch belang, omdat hier de Althing, de vroegere volksvertegenwoordiging samen kwam. We maakten een wandeling van meer dan een uur door het natuurschoon hier. |
||||
Dinsdagmiddag
26 juni: Na de lunch vervolgden we onze reis naar de Gulfoss, een van de bekendste IJslands watervallen. Het water van de rivier Hvita valt hier in twee trappen omlaag en deze trappen staan bijna loodrecht op elkaar. Van boven heb je een prachtig gezicht, maar van beneden is de waterval nog indrukwekkender (foto 5). Je kunt vrij dichtbij komen als je het niet erg vindt een beetje nat te worden. Van beneden was dan ook een zwakke regenboog te zien (foto 6). Na de Gulfoss bezochten we nog twee watervallen: de mooi gelegen Hjalparfoss (foto 8, let op de structuren in de rots) en de Haifoss (foto 12, 13), met 122 meter een van de hoogste watervallen van IJsland. Tussendoor bezochten we ook een turfboerderij, de Tjodveldisbaerinn, een reconstructie van een boerderij uit circa 1100. Ook hier was het landschap weer schitterend en werd opgevrolijkt door vele lupines. Het landschap onderweg was in alle gevallen ook zeer de moeite waard, zoals de foto's hopenlijk laten zien. De laatste foto laat weer het bijzondere licht zien aan het einde van de avond, hier gefotografeerd bij motel Hrauneyar, waar we twee nachten verbleven. |
||||